Huismus
De Huismus
Huismussen leven in groepsverband en waarschuwen elkaar bij dreigend gevaar. De huismus voelt zich thuis in een rommelige en menselijke omgeving. Hij zoekt graag de beschutting van kleine bomen en heggen op. Hun nesten vind je onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen. Huismussen hebben twee tot drie legsels per broedseizoen. Nesten maken ze van takjes, stro, veertjes en hondenharen.
Uiterlijke kenmerken
Mannetjes zien er anders uit dan vrouwtjes. Mannetjes zijn veel donkerder bruin van kleur. Kenmerkend aan het mannetje zijn de witte vleugelstrepen en zijn grijze kruin. Dominante mannetjes hebben meer zwart op de borst dan mussen lager in de rangorde. Het vrouwtje is lichtbruin en heeft een opvallende wenkbrauwstreep.
Hoe krijg je huismussen in je tuin?
Je krijgt ze in je tuin door extra zaadjes aan te bieden, een vogelbadje van zand te maken of door liguster of klimop te planten in je tuin.
Wat eet de huismus?
De huismus eet onder andere zaden, granen, bloemknoppen en bessen. In de broedtijd voornamelijk insecten.
In onderstaande film vertelt Ferry van Jaarsveld je meer over de huismus: