Konijn
Het Konijn
Een wild konijn is makkelijk te herkennen aan zijn grijsbruine vacht. Je komt ze tegen in perken, tuinen en langs bosranden. Ze leven in groepen tot wel vijftig dieren.
Ze markeren hun leefgebied met een geurstof die in hun kin zit. In hun leefgebied maken ze een konijnenburcht. Dit is een ondergronds gangenstel met kamers. Hier maakt het vrouwtje ook een kraamkamertje met een nest van gras, dat zij vult met wol uit haar vacht.
Per seizoen hebben konijnen maximaal drie nesten, van januari tot in juli. Konijnen worden blind, doof en kaal geboren. Al na twee weken verlaten ze het nest, maar keren er regelmatig terug om gevoed te worden.
De kleintjes worden alleen de eerste drieënhalve week van hun leven gevoed door hun moeder, daarna zijn ze zelfstandig.
Weetjes
1. Konijnen behoren tot de haasachtigen en niet tot de knaagdieren
2. Vrouwtjes noemen we 'voedsters' en de mannetjes 'rammelaar'
3. Het konijn gaat in de schemering en nacht op zoek naar voedsel
Ferry van Jaarsveld vertelt u in onderstaande video meer over het konijn: