We woonden destijds op het Oosteind, als je de dijk over stak en tussen de winkel en de opslagplaats van groenteboer Arie (Aai) Kooy door liep, kwam je, lopend over de kade van de binnenpolder bij de rietwerf aan de “Gantel”.
Hier was het goed toeven, spelen tussen de riet schelven en zwemmen in de gantel bij hoog water.
Ook bij laagwater was er altijd wel wat te beleven, enerzijds was daar dat oude scheepswrak waar je, als je je best deed, mooie Delfts blauwe tegeltjes kon vinden en anderzijds de mogelijkheid om door de modder lopend aan de overkant van de gantel naar de volgende polder: de “Plaat” te lopen.
Hier zag ik voor het eerst, als jochie van 12 jaar, de wilde Kievitsbloem groeien en bloeien.
Ook zag ik er gelijk “handel” in en plukte er zoveel mogelijk.
Het was nu wel zaak om zo snel mogelijk weer terug over de gantel te gaan voor dat deze bij vloed weer vol zou stromen, ik kon als 12 jarig jongetje nog niet zwemmen.(en leerde dat pas op mijn 33e)
Eenmaal thuisgekomen probeerde ik de Kievitsbloemen aan de man te brengen voor 5 cent per bosje.
Telkens als ik nu elk jaar de Kievitsbloemen in de lente weer zie bloeien in het Slobbengors park en in de berm van de Burgemeester Keijzerweg, moet ik weer denken aan die tijd van toen.