Dit berichtje had ook de titel de ‘Waarnemers van de week’ kunnen krijgen. Vorig voorjaar zijn we met een groepje gestart met een training wilde bijen. We konden daarvoor een hommel herkennen maar daar hield het wel mee op. Het werd als snel duidelijk dat er meer soorten hommels waren en nog veel meer wilde bijen zijn. Het duizelde: witkonten, bruinruggen, een geelstaart en een roodgatje.
Een jaartje verder zijn er stappen gemaakt. We discussiëren of de zandbij die we zien een Grijze Rimpelrug of een Witbaard is. De wijsneus heeft het zelfs over de Anthidium Manicatum. Die bij, die we in Nederland de Gewone Wolbij noemen, is net zo mooi als zijn Latijnse naam. En laat zich rond deze tijd weer zien. Misschien ook bij u in de tuin.
En onze ogen verscherpen. We zien dingen die we eerst niet zagen. Een mier met een raar loopje wordt een ‘gekke mier’ maar als die mier ook nog eens wegvliegt dan gaan de bellen rinkelen. Het zou toch niet. Ja wel, de eerste maskerbij van dit jaar staat genoteerd. Het beestje is nauwelijks een halve centimeter groot. Onze ‘Arendsoog’ kan niet achterblijven en ontdekt in een gaatje van een paaltje ook een masker. Nummer 2. Een mannetje die waarschijnlijk geduldig wacht op een rondvliegende vrouwtje. Wat een mooie en scherpe waarnemingen.